Bron: Het Gezinsblad, 22 juni, pagina 27.
Ze zijn een begrip in Assen, de familie Petrovski. Vijfentwintig jaar geleden begonnen Laze Petrovski en zijn vrouw Aafke met hun grillrestaurant Balkan en inmiddels is het uitgegroeid tot een waar familiebedrijf.
De kinderen van de Macedonische Laze en de Drentse Aafke werken inmiddels allemaal mee in het bedrijf. Tatiana (23), Marco en Natascha (21) en Kalina (19) zijn met de horeca opgegroeid. “Het was een hele stap voor mij om een restaurant te beginnen”, vertelt Aafke. “Ik vond het heel spannend en zoals het een Drents boerinnetje betaamt zag ik overal problemen. Laze had meer zoiets van: ‘Ik ben met niks gekomen en als het moet ga ik met niks meer weg’. Voor mij wat lastigere, maar ik ben blij dat ik de stap heb gewaagd.”
De eerste twee jaar werkte ze nog gewoon door als verpleegkundige. “We zijn in de Oudestraat begonnen. Op een gegeven moment werd het zo druk dat het niet langer mogelijk was om mijn baan in de verpleging te combineren met het werk in het restaurant.”
Het was volgens de Drentse hard werken maar ook een hele leuke tijd. “We hadden geen flauw idee hoe het moest. We zaten nog midden in de verbouwing maar wilden perse voor de TT open. Dan hadden we in ieder geval geld om boodschappen te doen. Collega-verpleegkundigen hebben toen geholpen met onder andere het snijden van groentes.”
Het echtpaar woonde jarenlang boven de zaak. Hierdoor groeiden de kinderen op met het restaurant. “Ik ben in de keuken opgegroeid”, zegt Tatiana. Die daar goeie herinneringen aan beleeft. “Toen ik ouder werd ging ik mama helpen. Op een gegeven moment was ik een jaar of acht, negen en mijn moeder was weggeroepen naar beneden en toen ben ik begonnen met koken. Mijn moeder schrok zich rot toen ik belde met de vraag wat zij altijd in de jus deed. Ze was toen heel snel weer boven”. “Ja, ik schrok me rot”, vult Aafke aan. “Stond ze daar met een stoel bij het fornuis. Op een gegeven moment zijn we verhuisd naar Marsdijk. Dat gaf meer rust.”
Eten is een belangrijk onderdeel van de Macedonische cultuur. “Wij serveren hier echt Macedonische eten, maar wel aangepast naar de wensen van deze tijd. Gezelligheid is ook erg belangrijk. Daarom hebben wij geen hele lange tafels. Kom je met meer dan veertien personen dan word je over verschillende tafels bij elkaar in de buurt verdeeld. Mensen moeten daar eerst aan wennen, maar ervaren het daarna als heel gezellig. Toen we naar het pand in de Groningerstraat verhuisden waren er mensen die vroegen of de rode tafelkleedjes niet zouden verdwijnen. Want die vonden ze zo gezellig. We zitten inmiddels alweer tien jaar, maar die tafelkleedjes zijn er nog steeds.”